Parijs, 1884. Het elfjarige weesmeisje Félicie heeft maar één droom: sterdanseres worden bij de Parijse Opera. Samen met haar beste vriend Victor ontsnapt ze uit het weeshuis en vertrekt zonder een cent op zak naar Parijs. Terwijl Victor zijn best doet om uitvinder te worden probeert Félicie te worden toegelaten tot de audities van de dansschool. Hiervoor moet ze de identiteit aannemen van haar rivale, de verwende danseres Camille. Om haar droom uit te laten komen zal Félicie haar mannetje moeten staan in een wereld vol valkuilen en moordende concurrentie. De danstrainingen zijn zwaar en ze moet hard werken aan haar sierlijkheid en ballettechniek. Met haar vriend Vicor en mentor Odette aan haar zijde zet ze alles op alles om haar droom te bereiken.